
INGEZONDEN - De boodschap van minister Dirk Currie is duidelijk: Suriname moet het onderwijs moderniseren en digitaliseren. Het feit dat veel leerlingen nog steeds schoolboeken gebruiken die hun ouders of grootouders al hadden, is niet alleen een teken van creatief hergebruik, maar vooral een signaal dat ons onderwijssysteem achterloopt op de wereld waarin onze jongeren straks moeten functioneren.
Digitalisering is geen luxe, maar een absolute noodzaak. Het gaat om veel meer dan het vervangen van oude boeken door tablets. Het draait om gelijke kansen, brede toegang tot kennis en het voorbereiden van kinderen op een arbeidsmarkt die steeds meer digitaal en internationaal georiënteerd is.
Gelijke kansen en lagere kosten
Een digitaal leersysteem betekent dat de kwaliteit van het onderwijs niet langer afhankelijk is van de staat van versleten boeken. Digitale leermiddelen zijn bovendien op termijn goedkoper en veel eenvoudiger te verspreiden. Zo krijgen kinderen in de stad én in de districten dezelfde toegang tot actueel lesmateriaal.
Voorbereiden op morgen
Digitalisering helpt jongeren vaardigheden te ontwikkelen die onmisbaar zijn in de 21e eeuw: Digitale geletterdheid, kritisch denken en flexibiliteit. Zonder deze basis blijven onze jongeren achter bij hun internationale leeftijdsgenoten.
Samen versnellen
De zorgen van minister Currie zijn terecht: digitalisering vraagt om investeringen, infrastructuur en training van docenten. Maar hier ligt ook een unieke kans voor samenwerking. Als Academie voor Leadership beschikken wij over bewezen tools om e-learnings snel en eenvoudig te ontwikkelen.
Wij stellen deze tools onder zeer aantrekkelijke voorwaarden beschikbaar, waardoor de investering laag blijft en het rendement hoog. Zo kan de transitie naar digitaal leren versneld plaatsvinden – zonder dat scholen en overheid worden opgezadeld met torenhoge kosten.
Een mogelijk plan in kort bestek
Fase 1 (1–2 jaar): Inventarisatie en pilots op geselecteerde scholen, training van docenten, ontwikkeling van eerste digitale modules.
Fase 2 (2–4 jaar): Gefaseerde invoering per leerjaar, gecombineerd met traditionele boeken (blended learning), partnerschappen met telecombedrijven en internationale organisaties.
Fase 3 (5 jaar en verder): Volledig digitaal curriculum, lokale content afgestemd op de Surinaamse context, continue bijscholing en evaluatie van leerresultaten.
Conclusie
De oproep van de minister vraagt om meer dan mooie woorden: het vraagt om gezamenlijke actie. Overheid, scholen, bedrijven en maatschappelijke organisaties moeten de handen ineenslaan.
Met de juiste samenwerking kan Suriname in enkele jaren een onderwijsstelsel neerzetten dat modern, betaalbaar en toegankelijk is voor ieder kind. Digitalisering is geen ver-van-ons-bedshow. Het is de snelste weg naar gelijke kansen en een veelbelovende toekomst voor onze jongeren.
Prekash Ramsingh