
President Irfaan Ali van Guyana heeft zaterdagavond 25 ministers beëdigd voor zijn nieuwe vijfjarige regeertermijn. “Het werk dat we nu gaan verrichten is voor heel Guyana, voor iedere burger. Het moet ieder huis, iedere familie en iedere gemeenschap bereiken,” zei Ali tijdens de plechtigheid in State House in Georgetown.
Vickram Bharrat, minister van Natuurlijke Hulpbronnen in de vorige termijn, blijft verantwoordelijk voor olie, gas, mijnbouw en bosbouw. Deodat Indar, eerder minister binnen Openbare Werken, leidt nu het ministerie van Nutsvoorzieningen en Luchtvaart. Hij speelt een sleutelrol bij het Gas-to-Energy-project, dat de nationale elektriciteitsvoorziening moet verduurzamen door over te schakelen van zware stookolie op aardgas uit zee.
Hugh Todd blijft minister van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking. Zijn ministerie is cruciaal in de grenszaak met Venezuela, dat bij het Internationaal Gerechtshof tweederde van Guyana opeist. Tot nu toe geniet Georgetown brede internationale steun, die Todd verder moet consolideren.
Opvallend is dat vicepresident Bharrat Jagdeo, gezien als de architect van het oliebeleid, zijn functie behoudt.
Ali’s tweede termijn valt samen met een periode van snelgroeiende olie-inkomsten. De productiecapaciteit bedraagt inmiddels circa 900.000 vaten olie-equivalent per dag. Sinds eind 2019 heeft Guyana al meer dan 7,5 miljard Amerikaanse dollar aan olie-inkomsten ontvangen. Met nieuwe projecten in aantocht zullen de staatsinkomsten verder stijgen, wat grootschalige infrastructuur en sociale programma’s mogelijk maakt.
ExxonMobil, operator van het Stabroek-blok, brengt tussen 2026 en 2028 de Uaru- en Whiptail-velden in productie. In dezelfde periode verwacht men ook goedkeuring voor de Hammerhead- en Longtail-projecten, waarmee Guyana zijn positie als een van de snelst groeiende olieproducenten ter wereld verder versterkt.