
“Wij moeten dit niet met de mantel der liefde bedekken. De minister moet ter verantwoording geroepen worden,” reageert NDP-parlementariër Ann Sadi tegenover SUN naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer. De Rekenkamer van Suriname concludeert in een nieuw rapport dat de financiële bijstand die in 2023 door het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo) werd uitgekeerd aan zwakke huishoudens en mensen met een beperking onrechtmatig is verstrekt.
De Rekenkamer spreekt van een ‘onwettige grondslag bij de uitkering van financiële bijstand’. In de uitvoering zouden eveneens ernstige tekortkomingen zijn geconstateerd.
Er zou sprake zijn van willekeur en aanvragen met tegenstrijdige woonadressen zijn toch geaccepteerd, met het risico dat meerdere personen in een huishouden onterecht bijstand ontvangen. Vaak worden bij verlengingen bij mensen met een beperking geen attestatie de vita ingediend, waardoor uitkeringen worden verstrekt namens burgers die niet meer in leven zijn.
‘Het is te gek voor woorden’
“Het is te gek voor woorden,” beklemtoont Sadi. Gevallen die ze persoonlijk in de praktijk heeft meegemaakt en waar ze getuige van is geweest, heeft ze vaker in het hoogste college van Staat aangekaart. Haar klaaggezang stuitte altijd tegen blinde muren. Onderstaande voorbeelden heeft ze keer op keer aangehaald in het parlement: burgers die ziek zijn en beschikken over een verklaring van hun behandelende specialist(en), wachten maandenlang en worden dan nog niet geholpen. Terwijl huishoudens met gezinsleden die allen een goede baan hebben en niemand geestelijk of lichamelijk gehandicapt is, maandelijks braaf hun sociale ondersteuning ontvangen. “Ze zetten hun dure auto op de hoek en lopen een stukje om hun financiële uitkering te komen ontvangen.”
De volksvertegenwoordiger vindt het onnodig dat ‘potige jonge Surinamers’ die vervallen in drugs, maandelijks sociale ondersteuning ontvangen. Dat zij hun handje opsteken voor een ‘handje contantje’ gaat ten koste van de groep minder bedeelden die de financiële uitkering heel hard nodig hebben.
Van het kastje naar de muur gestuurd
Met haar klaaggezang stuitte Sadi altijd tegen een blinde muur. Niet alleen in het parlement, maar ook buiten het parlement heeft zij haar stem keer op keer laten horen. De Moni Karta en sociale uitkeringen worden op basis van onvolledige en onwettige gronden niet toegekend aan de zwakke huishoudens die er recht op hebben, maar juist aan burgers die reeds over een goedbetaalde baan beschikken. Integendeel: de burgers die er recht op hebben, worden van het kastje naar de muur gestuurd.
Dichten van mazen, gaten en hiaten in wetgeving
Tijdens de afgelopen regeringsperiode maakte Sadi deel uit van de vaste commissie Sociale Zaken. Keer op keer bleef zij in het parlement aandringen dat er sprake zou zijn van onrechtmatige toekenning van de Moni Karta en sociale ondersteuning. Diverse malen heeft zij de minister van Sociale Zaken om verduidelijking gevraagd, maar deze bleef altijd uit. Het rapport dat door de Rekenkamer is uitgebracht, typeert zij als ‘heel lijvig’.
Ook de lagere orde van de dependances van Sociale Zaken zou vaker hun beklag hebben gedaan bij Sadi, omdat ook zij het niet eens zijn met de gang van zaken. Zij zouden getuige zijn geweest van willekeurige handelingen die haaks staan op de vastgestelde richtlijnen. Volgens de NDP-volksvertegenwoordiger is het van groot belang dat de bestaande mazen, gaten en hiaten binnen de wetgeving, waar misbruik van wordt gemaakt, gedicht worden.





