
Brazilië heeft op de klimaattop in de Amazone een nieuw internationaal ‘bossenfonds’ gepresenteerd dat de bescherming van tropisch regenwoud wereldwijd moet garanderen. In het fonds moet uiteindelijk ruim 100 miljard euro komen. Rijke landen worden geacht de eerste 21,5 miljard in te leggen; de rest moet komen van private investeerders. Het gaat om investeringen, niet om giften.
Het fonds wil winst genereren door te beleggen in obligaties. Een deel van de opbrengsten gaat terug naar de inleggende landen, terwijl landen met tropisch regenwoud een vergoeding per hectare ontvangen. Zo moet het financieel aantrekkelijk worden om bos te behouden. Ook inheemse gemeenschappen die de bossen beschermen krijgen een deel van de middelen.
Ruim zeventig landen, waaronder Suriname, komen in aanmerking voor het fonds. Alleen landen die hun ontbossing onder controle hebben, mogen deelnemen. Landen die toch blijven kappen, riskeren boetes.
Volgens Maheen Khan van het Wereld Natuur Fonds, dat meewerkte aan het opzetten van het fonds, biedt de constructie voordelen omdat ze langdurige financiering garandeert en geen nieuwe schulden veroorzaakt voor ontwikkelingslanden. Toch is de wereld nog ver verwijderd van de eigen doelstelling om ontbossing in 2030 volledig te stoppen. Jaarlijks verdwijnen er nog steeds miljoenen hectares bos.
Wetenschappers waarschuwen dat de naleving cruciaal is en dat satellietcontrole nog niet voldoende is uitgewerkt. Ook bestaat de vrees dat de bescherming van bepaalde bossen ertoe leidt dat andere natuurgebieden juist worden opgeofferd.
Tot nu toe is pas zo’n 5 miljard euro toegezegd, afkomstig van onder meer Noorwegen, Brazilië en Indonesië. Nederland heeft 5 miljoen euro gedoneerd. Het is vooralsnog onduidelijk of grote economieën als China en India zullen bijdragen.
Volgens WWF is het nog te vroeg om het succes van het fonds te beoordelen, maar de organisatie verwacht dat het de komende jaren langzaam zal groeien en verder zal worden aangescherpt. (NOS)





