Het gunnen van percelen binnen het Sabakuproject aan parlementariërs Obed Kanape en Edgar Sampie, door het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), heeft voor beroering gezorgd in de samenleving. Niet zo zeer bij ABOP-parlementariër Miquella Huur, die voorzitter is van de vaste commissie GBB in het parlement. Zij stelt dat er vooralsnog niet gesproken kan worden van vriendjespolitiek. Sterker nog, zij weigert concreet een uitspraak te doen over de tijd waarbinnen haar partijgenoten percelen hebben gekregen.

‘Ik wil dat laten voor het ministerie om te verantwoorden. Ik heb schriftelijk vragen hierover gesteld aan de minister, maar ik heb nog geen antwoord ontvangen’, aldus Huur. Zij geeft de minister van GBB, Dinotha Vorswijk, ruim 3 weken om te reageren op de brief.

Eerder stelde minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken dat de uitgegeven beschikkingen binnen het Sabakuproject, mogelijk nietig verklaard zullen moeten worden. Er is geen vergunning gegeven door OW, voor de verkaveling. Huur zegt geen kennis te dragen van een dergelijke regel.

Zij is echter van mening dat het om één regering gaat en dat zij er daarom vanuit gaat dat er afstemming plaatsvindt binnen het regeerteam. En mocht er een probleem zijn met betrekking tot het project, gelooft zij dat de ministers het onderling zullen oplossen. Huur zegt blij te zijn dat het ministerie de achterstand in aanvragen probeert in te halen en burgers wil voorzien van grond.