Op deze Dag van de Arbeid roept de Staatsolie Werknemers Organisatie Suriname (SWOS) op tot eenheid, strijd en hernieuwde hoop voor de werkende klasse in Suriname. In een krachtige verklaring wijst de organisatie op de steeds zwaarder wordende omstandigheden waarin Surinaamse werknemers verkeren, ondanks hun inzet en arbeidsethos. “We werken harder dan ooit, maar worden steeds armer,” stelt SWOS. De organisatie spreekt van een diepgeworteld systeemfalen waarbij de koopkracht afneemt, jongeren geen toekomstperspectief meer hebben, en de sociale voorzieningen onder druk staan.

Een schrijnend beeld van de werkende samenleving

De boodschap noemt concrete voorbeelden:

-Ouders met drie banen die desondanks de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen

-Jongeren die ondanks jarenlange studie werkloos blijven

-Gezondheidswerkers die uitgeput en onderbetaald hun werk moeten doen

-Gepensioneerden die moeten kiezen tussen eten of medicijnen

De gevolgen zijn volgens SWOS dagelijks zichtbaar: leerkrachten die het land verlaten, ziekenhuizen zonder middelen, en een toename van jeugdcriminaliteit als gevolg van uitzichtloosheid.

“De tijd voor verandering is nu”

SWOS benadrukt dat de komende verkiezingen een cruciaal moment zijn om leiderschap te eisen dat het belang van de werkenden centraal stelt. “We hebben leiders nodig die begrijpen dat échte ontwikkeling bij de werkers begint,” aldus de vakbond. “Een overheid die investeert in banen, en werkgevers die hun verantwoordelijkheid nemen in plaats van alleen te profiteren.”

Oproep tot collectieve actie

De vakorganisatie doet een dringende oproep:

-Aan vakbonden om gezamenlijk op te trekken voor leefbare lonen

-Aan werknemers om hun stem te laten horen op de werkvloer

-Aan burgers om verstandig te stemmen

Hoop als kracht

Toch overheerst bij SWOS het geloof in verandering: “Samen kunnen we Suriname weer op het spoor krijgen. Een land waar arbeid loont, jongeren uitzicht hebben, en ouderen in waardigheid leven.”

“De kracht ligt bij ons – laten we die vandaag tonen. Samen bouwen we aan een Suriname dat weer werkt voor wie werkt.”