Politieke partijen kunnen voortaan volksvertegenwoordigers die zich niet houden aan de partijdiscipline, het programma of de standpunten terugroepen door middel van wetgeving. De initiatiefwet Beëindiging lidmaatschap volksvertegenwoordigende organen, beter bekend als de Terugroepwet, is gisteren met 30 stemmen voor en 5 tegen aangenomen in het parlement. Het concept werd reeds in 2022 ingediend door Asiskumar Gajadien, Genevievre Jordan en Niesha Jhakry.

De VHP, ABOP, PL en NPS stemden voor. De NDP was tegen, terwijl de BEP bij de stemming niet in de vergaderzaal aanwezig was. De behandeling van deze wet werd een pro-contra strijd tussen de VHP en de NDP. Tot het laatste moment bleef de NDP tegen de wet, omdat zij deze ondemocratisch vindt. Volgens de NDP wordt een volksvertegenwoordiger rechtstreeks door het volk gekozen en niet door een partij. Door deze wet worden volksvertegenwoordigers ook monddood gemaakt en kunnen zij niet kritisch zijn indien ze het niet eens zijn met de standpunten van hun eigen partij.

De voorstanders van deze wet benadrukten dat een partij meedoet aan de verkiezingen en geen individuen. De partij kandideert een persoon en bepaalt op welke positie die persoon komt te staan. Bij de zetelverdeling worden de zetels in eerste instantie aan de partij toegekend en niet aan de kandidaat. Met deze wet wordt in het bijzonder het overlopen ingedamd. Kandidaten die worden gekozen bij partij A maar met hun zetel overlopen naar partij B, kunnen nu door de partij worden teruggeroepen c.q. geroyeerd.

Verder kunnen leden die 60% van de DNA-vergaderingen in een jaar tijd niet bijwonen hun lidmaatschap kwijtraken.