
“Deze Nederlandse regering, met name de koning, moet aan de erfgenamen van de tot koelie gemaakten zijn excuses aanbieden. Het gaat niet om financiële vergoeding of wat dan ook, het gaat om de excuses voor hun leed, de marteling, de leugens en de uitbuiting.” Woorden van de inleider Radjinder Bhagwanbali die onlangs op een emotionele wijze de lezing van zijn boek De tot koelie gemaakten presenteerde. Ook onder het publiek was er veel emotie te merken toen de schrijver feiten over hun voorouders presenteerde. In het boek beschrijft Bhagwanbali de geschiedenis van het systeem van substituut slavernij van Hindoestanen in Suriname, de werving in India, het transport naar Suriname, de huisvesting, de arbeidsomstandigheden, de algemene levensomstandigheden en de onmenselijke straffen.
“De term “koelie” komt door de verhuizing van de plattelandsbewoners naar de steden in Bhárat (Groot)India). Ze werden dan “cool” genoemd wat later “koelie” (coolie) werd. Dit laatste woord werd ook door andere landen overgenomen. Het woord koelie is een schimpnaam en geen belediging of scheldwoord.” De inleider is van mening dat het woord immigratie niet past bij de groep “want dit betekent dat men uit vrije wil is gekomen, terwijl de Hindoestanen tegen hun vrije wil naar andere landen zijn gegaan en onder strenge door de kolonisator opgemaakte eenzijdige voorwaarden moesten werken.
De schrijver benadrukt dat dit boek geen analogie is naar de tot slaafgemaakten. “De tot slaafgemaakten hebben een eigen unieke geschiedenis die niet te beschrijven is. Bij de geschiedenis van de tot koelie gemaakten zien we dat het woord koelie eigenlijk substituut slaaf is, maar men heeft toen mooie en verbloemende woorden gebruikt om te verkomen dat de Nederlanders betichtigd zouden worden van slavernij, dat is heel sluw geweest en er zijn veel historici die daarin getrapt zijn, maar als je het kritisch gaat bekijken dan zie je dat ze hetzelfde werk in dezelfde omstandigheden deden als de tot slaafgemaakten. De activiteit is een initiatief geweest van de Nationale Stichting Hindoestaanse Immigratie (NSHI).