Het eerste Surinaamse olieproject van TotalEnergies, het zogenoemde GranMorgu-project in Blok 58, heeft vertraging opgelopen door geologische en logistieke uitdagingen. Dat bevestigde projectdirecteur Frédéric Beys tijdens de Surinaamse Energietop in juni. De newssite OilNow maakt er melding van.

Volgens Beys bleek de ondergrond van het blok veel complexer dan aanvankelijk gedacht. Ontdekkingen in het centrale deel van het gebied leverden kleinere olievelden op dan verwacht. “Eén enkel reservoir is niet voldoende om een economische ontwikkeling te rechtvaardigen. We moesten meerdere reservoirs samenvoegen, wat resulteerde in een ongewoon grote onderzeese lay-out,” aldus de projectdirecteur.

Ook de zeebodem levert technische hindernissen op. Waar sommige putten zich op 100 meter diepte bevinden, liggen andere op 1000 meter. Daarnaast vormt de beperkte capaciteit van de haven van Paramaribo een logistieke uitdaging. “Omdat we sterk afhankelijk zijn van de logistieke basis in Paramaribo, ondervinden we beperkingen door het ondiepe water en de getijden,” lichtte Beys toe.

Ondanks de vertragingen heeft TotalEnergies de afgelopen drie jaar een intensief evaluatieprogramma afgerond, waarbij veertien putten werden geboord. Het bedrijf zegt de activiteiten in Suriname stevig te willen verankeren en benadrukt dat lokale deelname en industrieontwikkeling een belangrijk onderdeel vormen van het project.

De bouwfase van het GranMorgu-project is inmiddels gestart. De eerste olieproductie staat gepland voor 2028. Voor de realisatie van een drijvend productie-, opslag- en overslagschip (FPSO) zijn SBM Offshore en Technip Energies gecontracteerd.