De Verenigde Staten hebben opnieuw een boot in het Caribisch gebied aangevallen en tot zinken gebracht. Volgens de Amerikaanse minister van Defensie, Pete Hegseth, kwamen daarbij zes opvarenden om het leven. In een bericht op X verklaarde hij dat het zou gaan om leden van de Venezolaanse criminele organisatie Tren de Aragua, die door de VS als terreurgroep is aangemerkt.

De aanval vond plaats in internationale wateren. Het is inmiddels de tiende keer in enkele maanden dat Amerikaanse troepen vanuit de lucht een boot in het gebied aanvallen. Alleen al deze week werden drie schepen vernietigd. In totaal zouden daarbij minstens 46 mensen zijn omgekomen.

President Donald Trump heeft de militaire aanwezigheid in Midden-Amerika de afgelopen tijd fors uitgebreid. Naast vijf marineschepen, waaronder drie aanvalsschepen, wordt nu ook het vliegdekschip USS Gerald R. Ford naar het Caribisch gebied gestuurd. Hegseth verklaarde dat de VS vastbesloten is door te gaan met dergelijke operaties: “Als je een drugsterrorist bent, zullen we je behandelen zoals we al-Qaida behandelen. We zullen je opsporen en doden.”

Hoewel de Amerikaanse regering geen bewijs heeft geleverd dat de aangevallen boten daadwerkelijk drugs vervoerden, worden regelmatig video’s van de aanvallen gedeeld. President Trump stelt dat het om zelfverdediging gaat en dat de boten “op weg waren om Amerikanen te vergiftigen”.

De reeks aanvallen roept internationaal kritiek op. Volgens mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch gaat het om “onrechtmatige buitengerechtelijke executies”. Ook de Democratische congresman Adam Smith heeft een onderzoek geëist naar de legitimiteit van de Amerikaanse acties. Hij spreekt van een “verbijsterend gebrek aan transparantie”, omdat er geen bewijs is dat de boten een directe bedreiging vormden voor de VS.

De Amerikaanse regering lijkt zich echter weinig aan te trekken van de kritiek. Vicepresident Vance reageerde onlangs op X: “Het kan me niet schelen hoe je het noemt.” (NOS)