
Bij aanslagen op een politiehelikopter en een militaire vliegschool in Colombia zijn zeker achttien mensen om het leven gekomen en tientallen mensen gewond geraakt. President Petro schrijft beide aanslagen toe aan dissidenten van de voormalige guerrillabeweging FARC.
Bij de aanslag op de politiehelikopter kwamen twaalf agenten om. Het toestel was onderweg naar het departement Antioquia in het noorden van het land om een plantage met cocabladeren, de grondstof voor cocaïne, te vernietigen.
De gouverneur van Antioquia, Andrés Julián, zegt dat een drone de helikopter aanviel toen die over een veld met cocabladeren vloog. Daarop zou brand zijn uitgebroken in de helikopter, die vervolgens neerstortte.
De autoriteiten in de westelijke stad Cali meldden enkele uren later dat een vrachtwagen beladen met explosieven was ontploft bij een militaire vliegschool. Daarbij kwamen zes mensen om het leven, meer dan zeventig personen raakten gewond.
President Petro wees aanvankelijk de beruchte Golf-clan aan als verantwoordelijke voor de aanslag op de helikopter. Hij stelde dat de aanslag een vergelding was voor het onderscheppen van een lading cocaïne van de groep. Later hield hij de FARC-dissidenten verantwoordelijk voor beide aanslagen. Zowel FARC-dissidenten, die in 2016 het vredesakkoord met de regering verwierpen, als de Golf-clan zijn actief in Antioquia. (NOS)