In het Stade de France in Saint-Denis heeft Jalen Lisse zaterdag in de voorrondes van de 100 meter sprint in het olympisch atletiektoernooi een persoonlijk record (10.64) gelopen. Hij eindigde in zijn heat als vierde. Na afloop van zijn race, ging Quaraisy Nagessersing, de vertegenwoordiger van de VSJS in Parijs, in gesprek met Jalen Lisse.

Jalen, dit was je eerste optreden op een Olympische Spelen. De 100 meter is het koningsnummer van de atletiek. Hoe heb jij het olympisch atletiektoernooi ervaren?

“Ik heb heel veel geleerd en een heel leuke ervaring. Het belangrijkste was dat ik kalm kon blijven. Ik voelde toch wat druk van de fans, want ik wilde niet teleurstellen. Dat ik hier heb mogen staan laat zien dat ik alles kan bereiken. Dit is een belangrijke ervaring voor mij.”

Je hebt je persoonlijk record verbeterd, dat op 10.64 staat. Had je sneller kunnen lopen? Of ben je tevreden met het resultaat?

“Ik zat lekker in de race. Er zijn ook nog wat verbeterpunten. Ik zal daaraan werken. Ik kan sowieso een snellere tijd lopen. Maar onder deze omstandigheden ben ik kalm gebleven en ik had ook nog een snelle reactietijd.”

Wil je in Suriname of in het buitenland trainen, om sneller te worden?

“Daar heb ik nog niet aan gedacht. Het hangt ervan af waar ik in het buitenland het de beste mogelijkheden heb om sneller te worden. Mijn doel is dat ik voor Suriname historie schrijf.”

Welke doelen heb je na de Spelen en welke tijd zou je graag willen lopen tijdens je loopbaan?

“Mijn eerste streven is dat ik het Surinaams record loop. Ik ben bereid om hard te werken. Waar een wil is, is een weg. Ik wil hard blijven werken en mijn familie ook trots maken. Mocht ik niet in staat zijn om het wereldrecord te verbreken, dan wil ik voordat mijn loopbaan is beëindigd, de 100 meter hebben gelopen in een tijd van 9.70 seconden. Ik wil Suriname op de kaart zetten met mijn prestaties.”