Suriname wacht volgens de Franse ambassadeur, Nicolas de Bouillane de Lacoste, een schitterende toekomst. Hij zegt dat Frankrijk hieraan ook een bijdrage wil leveren. “Frankrijk wil meer van Suriname zien en wij willen meer aanwezig zijn in Suriname.” Dit verklaarde de diplomaat op donderdag 23 januari in gesprek met de Communicatie Dienst Suriname. Hij had op het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking een ontmoeting met Surinaamse diplomatieke functionarissen, waarbij werd ingegaan op de Franse diplomatie en de bilaterale relatie met Suriname.

Ambassadeur De Lacoste toonde zich ingenomen met het overleg en het ontmoeten van de functionarissen. Hij legt uit dat het gesprek bedoeld was om meer bekendheid te geven aan de Franse diplomatie en om de relatie tussen Frankrijk en Suriname te bespreken. “We zijn buurlanden en hebben veel zaken te bespreken. We kennen gezamenlijke uitdagingen en hebben belangrijke zaken tot stand te brengen voor het welzijn en de welvaart van onze samenlevingen. Ook delen we de Marowijnerivier als grensrivier.”

De diplomaat zegt dat de vragen die aan hem zijn gesteld, evenals zijn antwoorden daarop, de Surinaamse functionarissen een beter beeld hebben gegeven van de huidige situatie en de stand van de bilaterale relatie. Hij stelt dat deze relatie beter kan en moet. “Je kunt zeggen dat de relatie tussen Suriname en Frankrijk niet zo nauw is. Dit is slechts een begin,” aldus ambassadeur De Lacoste. Hij blikt vooruit op de aanstaande olie- en gasindustrie: “Suriname wacht een briljante toekomst en Frankrijk kijkt ernaar uit om ook te participeren in de grote kansen.”

“Wij willen Frankrijk en Frans-Guyana meer promoten in Suriname,” voegt de diplomaat eraan toe. Hij benadrukt dat, hoewel Suriname en Frankrijk/Frans-Guyana buren zijn, er nog te weinig nauw contact is. De Lacoste stelt voor dat Frans op scholen in Albina wordt onderwezen en Nederlands op scholen in Saint-Laurent-du-Maroni. “We zullen deze projecten geleidelijk tot stand brengen. We willen meer van Suriname in Frans-Guyana en Frankrijk zien, en meer van Frankrijk in Paramaribo.”