Het Ministerie van Financiën en Planning heeft nadere toelichting gegeven over het programma Royalties voor Iedereen (RVI), naar aanleiding van het publieke debat en de onduidelijkheden die de afgelopen weken zijn ontstaan. Het ministerie benadrukt dat het programma burgers rechtstreeks laat meedelen in toekomstige olie-inkomsten, zonder dat er sprake is van een toename van de staatsschuld.

Toekomstige inkomsten, geen nieuwe schulden

Het RVI-programma is gekoppeld aan toekomstige inkomsten uit oliewinning in Blok 58, waarvan de productie naar verwachting in 2028 van start gaat. De overheid heeft toegezegd een deel van deze inkomsten rechtstreeks met de bevolking te delen. In afwachting van deze opbrengsten worden senioren en mensen met een beperking als eerste uitbetaald via deelnemende lokale banken. Deze banken nemen vrijwillig deel op basis van eigen risicoanalyses en de verwachte hoge opbrengst van het programma.

Lancering zorgvuldig getimed

Volgens het ministerie is het moment van lancering bewust gekozen en gebaseerd op drie overwegingen:

1,De Financial Investment Decision (FID) van TotalEnergies in oktober 2024 maakte het mogelijk om het programma te koppelen aan reële toekomstige inkomsten.

2.De overheid wil ouderen, die het meest hebben bijgedragen en het minst zullen profiteren van toekomstige rijkdom, vroegtijdig erkennen.

3.De ontwikkeling van dit innovatieve financiële instrument vergde maandenlange voorbereiding en samenwerking met lokale banken.

Op weg naar wettelijke verankering

Hoewel het programma momenteel is ingevoerd via een Staatsbesluit, is het de bedoeling dat RVI binnen twaalf maanden wettelijk wordt verankerd via goedkeuring door De Nationale Assemblée. Het ministerie benadrukt dat snelheid in uitvoering noodzakelijk was vanwege de maatschappelijke urgentie, maar dat juridische duurzaamheid gewaarborgd wordt.

Banken als partners in inclusieve groei

Het RVI-programma biedt volgens Financiën een unieke kans voor banken om bij te dragen aan nationaal welzijn. Het initiatief is gestoeld op artikel 41 van de Grondwet en onderstreept de inzet van de regering om olie-inkomsten breed te verdelen, zodat niet alleen investeerders of de elite profiteren, maar ook gewone Surinaamse gezinnen.

Met RVI wil de regering een nieuwe standaard zetten voor eerlijke verdeling van nationale rijkdom, in lijn met sociaal verantwoorde en inclusieve ontwikkeling.