In een historische stap heeft de Surinaamse regering tijdens een regeringsraadsvergadering op vrijdag 9 mei unaniem ingestemd met de uitvoering van het “No Girl Left Behind”-project, waarmee het recht op kosteloze en veilige menstruatieproducten voor meisjes van 12 tot 18 jaar wordt erkend. Suriname is daarmee het eerste land in de regio dat menstruatieproducten als mensenrecht erkent.

Het project beoogt de strijd tegen menstruatiearmoede aan te gaan en sociale ongelijkheid terug te dringen. Volgens president Chandrikapersad Santokhi vormt dit initiatief een belangrijke investering in de gezondheid, het onderwijs en de waardigheid van meisjes in Suriname. “Menstruatie mag nooit een belemmering zijn voor de toekomst van een meisje,” aldus de president. “We zorgen ervoor dat elk meisje met waardigheid haar schooltijd kan doorlopen, zonder schaamte of schoolverzuim.”

Onderzoek wijst uit dat meisjes uit financieel kwetsbare gezinnen jaarlijks 33 tot 55 schooldagen missen vanwege een tekort aan menstruatieproducten. Het gebruik van inferieure alternatieven brengt bovendien gezondheidsrisico’s met zich mee. Door middel van het project krijgen 34.000 meisjes landelijk gratis herbruikbaar menstruatieondergoed en educatief voorlichtingsmateriaal aangeboden – zonder onderscheid naar inkomen, woongebied of schooltype.

Minister van Volksgezondheid Amar Ramadhin benadrukte het doorbreken van het menstruatiestigma. “No Girl Left Behind is niet zomaar een project, het is een belofte: dat elk meisje in Suriname ertoe doet.”

Naast sociale en gezondheidsvoordelen biedt het project ook ecologische winst: door de overstap naar herbruikbare producten wordt het gebruik van wegwerpmenstruatieproducten drastisch verminderd, wat bijdraagt aan het milieubeleid van de regering.

Het project sluit aan bij meerdere Sustainable Development Goals (SDG’s), waaronder: SDG 3: Goede gezondheid en welzijn; SDG 4: Kwaliteitsonderwijs; SDG 5: Gendergelijkheid; SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie; SDG 13: Klimaatactie.

Met dit baanbrekende besluit onderstreept de regering-Santokhi haar toewijding aan een rechtvaardige en inclusieve samenleving waarin geen enkel meisje haar toekomst hoeft op te offeren vanwege haar menstruatie. “We investeren vandaag niet alleen in de gezondheid van onze dochters, maar ook in hun dromen,” aldus president Santokhi.