Guyana noteerde in juli de laagste benzineprijs van het Caribisch gebied, met een literprijs van slechts US$ 0,81, ruim onder het wereldwijde gemiddelde van US$ 1,19. Dat blijkt uit een analyse van de Energiekamer van Trinidad en Tobago, gebaseerd op cijfers van de website globalpetrolprices.com. Aan de andere kant van het spectrum staat Barbados, waar automobilisten bijna US$ 2,00 per liter moeten betalen – de hoogste prijs binnen de CARICOM-regio. Suriname noteert een gemiddelde prijs van US$ 1.17 per liter.

De Energiekamer wijst op aanzienlijke prijsverschillen tussen de landen, grotendeels veroorzaakt door uiteenlopende overheidsmaatregelen zoals belastingen, subsidies en prijsregulering.

In Guyana is de lage benzineprijs mede te danken aan belastingverlagingen: sinds 2022 heft het land geen accijnzen meer op brandstofimport. Toen de wereldmarktprijzen voor ruwe olie in 2025 daalden, zakte ook de pompprijs – van US$ 1,03 in maart naar het huidige niveau van US$ 0,81.

Behalve Guyana lagen ook in Haïti, Trinidad en Tobago en Suriname de benzineprijzen onder het wereldgemiddelde. In Trinidad en Tobago, dat op de derde plaats staat, blijven prijzen laag dankzij een overheidssubsidie, al is die voor benzine recent verlaagd door de dalende olieprijzen. De subsidie op diesel blijft voorlopig behouden.

In Barbados, waar de benzineprijs het hoogst is, werd in mei een prijsverhoging doorgevoerd. De minister van Financiën waarschuwde voor aanhoudende volatiliteit op de internationale markt, wat de pompprijzen onder druk zet. In de analyse zijn enkele landen buiten beschouwing gelaten vanwege ontbrekende data, waaronder Antigua en Barbuda, Saint Kitts en Nevis, en Saint Vincent en de Grenadines.

Wereldwijd blijft Libië, gevolgd door Iran en Venezuela, de goedkoopste benzine aanbieden met prijzen tussen de US$ 0,02 en US$ 0,03 per liter. Hongkong blijft de duurste markt, met een prijs van meer dan US$ 3,50 per liter. (OilNow)