Het ministerie van Justitie en Politie heeft goede notitie genomen van de vragen of bezwaren rond de recente bevorderingen van brigadiers van politie, naar de rang van majoor. De afgelopen vijf jaar heeft het ministerie binnen zijn wettelijke bevoegdheid en met de beperkte middelen, zich steeds ingezet, om bevorderingsachterstanden weg te werken. Het niet in orde maken van rechtspositionele zaken rakende politieambtenaren wordt ervaren als zeer demotiverend voor deze groep ambtenaren. Het ministerie tracht dan ook binnen de perken van de wet, met bevorderingen of bijzondere bevorderingen, politieambtenaren die daarvoor in aanmerking komen, tegemoet te komen.

Het ministerie ontkent dan ook ten stelligste, dat er sprake is van politieke of willekeurige bevorderingen of dat door zijn beleid scheefgroei is ontstaan binnen het korps. Integendeel, voor wat betreft dit specifieke geval is deze groep, te rekenen van 01 mei 2022, én vooruitlopend op de kaderopleiding, bevorderd tot brigadier van politie, waarbij in de beschikking van deze ambtenaren is opgenomen dat zij voor hun verdere carrièregang c.q. bevordering in de naast hogere rang in het bezit moeten zijn van het kaderdiploma en wel conform artikel 49 lid 2 van het voormeld Reglement Algemene Politie.

Echter is de groep verlaat toegelaten tot de kaderopleiding en vanwege redenen buiten haar invloedsfeer om heeft zij deze opleiding nog niet afgerond. Door het advies van de korpsleiding om deze groep niet te bevorderen, ook niet na afronding van haar kaderopleiding, op basis van een reeds jaren gehanteerde concept formatiehuis, zou deze groep in haar rechtspositie worden geschaad en een eventuele rechtszaak tegen het ministerie was niet uitgesloten. Voorts zijn alle brieven van de korpsleiding, ook in dit geval, beantwoord en een kopie gestuurd naar het bestuur van de Surinaamse Politiebond (SPB), met cc. naar de president en de vicepresident.

Het ministerie heeft er geen enkel baat bij om politiek te voeren met betrekking tot rechtspositionele aangelegenheden van politieambtenaren of welke ambtenaar dan ook. Indien er andere politieambtenaren zijn die menen ook in aanmerking te komen voor enige bevorderingen net als de brigadiers, wordt de korpsleiding uitgenodigd om deze voordrachten met spoed op te sturen naar het ministerie. Mogelijk kan de SPB ook een bijdrage leveren dat deze voordrachten het ministerie bereiken.

De SPB heeft in de maand mei 2025 tot twee keer toe geparticipeerd aan besprekingen met betrekking tot de bevordering van eerdergenoemde groep en wel op het ministerie van Justitie en Politie, terwijl de bond dit voorgaande jaren om haar moverende redenen had geweigerd. Tijdens deze overlegmomenten was de voorzitter van het bondsbestuur ook aanwezig; kennelijk vanwege het feit dat de te bevorderen personen van zijn lichting zijn (agenten van politie eerste klasse).

Het ministerie van Justitie en Politie gaat ervan uit, dat de korpsleiding en de SPB het vraagstuk van bevorderingsachterstanden, liever vandaag dan morgen afgehandeld zien. Het ministerie zal zijn wettelijke taak in dit kader dan ook blijven vervullen.