Paramaribo — Een groep onderofficieren binnen het Korps Politie Suriname (KPS) uit scherpe kritiek op de korpsleiding, nadat hun verwachte bevordering tot majoor op het laatste moment is opgeschort. Dit ondanks het feit dat de minister van Justitie en Politie reeds een officiële beschikking had ondertekend waarin de bevordering werd bekrachtigd.

Volgens de groep werd hun bevordering, die gepland stond voor 19 mei 2025, op het allerlaatste moment ingetrokken. De reeds opgemaakte beschikkingen zijn aangehouden en de namen van de betrokken brigadiers zijn van de bevorderingslijst verwijderd. De korpsleiding zou vervolgens zelfs een brief aan de minister hebben gestuurd met het verzoek om diens besluit nietig te verklaren. Daarin zou expliciet zijn aangegeven dat het korps “geen behoefte heeft” aan de bevordering van deze groep.

Discussie over formatiehuis

De korpschef, de heer B. Isaacs, en HR-manager M. Palmtak zouden daags vóór de geplande bevordering in een vergadering met de onderofficieren hebben aangegeven dat het formatiehuis van het korps geen ruimte biedt voor hun doorgroei. De betrokkenen stellen echter dat dit argument ondeugdelijk is, aangezien er geen officieel vastgesteld formatiehuis bestaat voor onderofficieren. Het enige document dat daarover bestaat, is een concept uit 2021 dat niet wettelijk is vastgesteld of financieel onderbouwd.

Motivatie ondermijnd

De onderofficieren, die momenteel een kaderopleiding volgen en voldoen aan alle bevorderingseisen, beschouwen het besluit van de korpsleiding als ondermijnend en demotiverend. “We worden tegengehouden, ondanks een formeel besluit van de minister,” klinkt het verontwaardigd. Ze stellen bovendien dat hun beoordelingen vlak voor de geplande bevordering bewust werden afgeraffeld om het proces te kunnen blokkeren.

Rol van politiebond onder vuur

De groep voelt zich ook in de steek gelaten door de politiebond, die volgens hen eerder partij koos voor de korpsleiding dan voor haar eigen leden. De bondsvoorzitter zou op de hoogte zijn geweest van de situatie, maar heeft zich volgens de onderofficieren afzijdig gehouden of zelfs actief meegewerkt aan het tegenhouden van de bevorderingen.

Pas na tussenkomst van president Santokhi tijdens een ontmoeting met veiligheidsdiensten kwam er beweging in de zaak. De president gaf zijn veiligheidsadviseur, H. Tjin Liep Shie, opdracht om de kwestie binnen vijf dagen te onderzoeken. Na overleg met de minister, de bond en de korpsleiding, beloofde de minister dat de bevorderingen alsnog zouden worden doorgevoerd na afronding van de opleiding.

Leiderschap ter discussie

Toch blijft de korpsleiding vasthouden aan haar standpunt. Volgens de HR-manager zouden de brigadiers nog zeker vijf jaar in hun huidige rang moeten blijven, en is het niet zeker of er daarna wel “behoefte” aan hun bevordering is. Deze houding staat volgens de groep haaks op de inhoud van de ministeriële beschikking én op het principe van professionele loopbaanontwikkeling.

Zij stellen dat de handelwijze van de korpsleiding niet alleen demotiverend is, maar ook in strijd met meerdere artikelen uit het Politiehandvest en de Instructie Korpschef. “Een korps dat haar eigen mensen belemmert, kan geen geloofwaardige strijd voeren tegen criminaliteit,” aldus de brief.

De groep doet een dringend beroep op de bevoegde autoriteiten om in te grijpen en deze situatie per direct recht te zetten. Volgens hen staat niet alleen hun loopbaan, maar ook de geloofwaardigheid en integriteit van het Korps Politie Suriname op het spel.