Op dinsdag 4 februari 2024 verscheen een vrouw op het politiebureau van Richelieu om aangifte te doen van feitelijke aanranding tegen de verdachte R.A. De aangeefster verklaarde reeds negen jaar werkzaam te zijn voor een stichting, waarbij ze haar werk met veel plezier doet. Begin januari 2025 trad een nieuwe leiding aan binnen de stichting. De aangeefster, die administratieve werkzaamheden verricht, moet aan het eind van de dag de opbrengsten van de stichting overdragen aan de verdachte R.A., die de leiding heeft.

Op een zekere dag, nadat de verdachte R.A. de opbrengsten in ontvangst had genomen, vroeg hij de aangeefster om een relatie. De aangeefster, die niet geïnteresseerd was in hetgeen de verdachte R.A. van haar wilde, werd bij haar handen vastgegrepen. Vervolgens pakte de verdachte R.A. haar bij haar borsten en gaf aan een kind van haar te willen.

Daar de aangeefster haar afkeuring had uitgesproken over het handelen van de verdachte R.A., begon deze beledigende berichten over haar te delen met de overige medewerkers van de stichting. Dit werd de aangeefster te veel, waarop zij besloot aangifte te doen op het politiebureau van Richelieu.

In het kader van het onderzoek werd de verdachte R.A. opgespoord en aangehouden ter voorgeleiding aan een hulpofficier van justitie op verdenking van feitelijke aanranding en misbruik van gezag. De verdachte gaf aan slechts een compliment over de aangeefster te hebben gemaakt en daarbij zijn handen op haar hoofd te hebben gelegd.

Na zijn voorgeleiding is de verdachte R.A. in overleg met een lid van het Openbaar Ministerie in verzekering gesteld. Het onderzoek duurt voort, meldt de politie van Regio Oost.